De scan speelt de hele avond en nacht door ons hoofd, waardoor we beslissen vandaag toch al eens te informeren naar de resultaten.
Lucas’ arts is voorzichtig optimistisch: de tumor is niet veel kleiner geworden, maar de diffusie ( dichtheid van de cellen in de tumor) is wel verbeterd. Ze stelt voor gewoon door te gaan met de behandeling en de intensieve chemokuren dus nog even verder te zetten. De aanvankelijke opluchting is toch gauw weer weg: we hebben maar twee chemo’s meer om die tumor weg te krijgen, maar dat rotding daar vanbinnen biedt toch nog steeds stevig weerstand …
Lucas neemt het nieuws goed op. Hij vraagt wanneer hij chemo zal krijgen en welke. Bij het horen van de naam ‘cyclofosfamide’ krimpt hij even ineen, goed beseffend dat hij er al een keer heel veel aften (mei) en een keer zware koorts (augustus) van kreeg, beide keren met hospitalisatie en isolatie tot gevolg. Maar het vooruitzicht op drie dagen speelzaal, ziekenhuisschool, muziektherapie en bezoek doet wonderen, evenals het plan van de dokters om deze keer meteen na de chemo de witte bloedcellen een handje te helpen met leupogem. Dat moet dan wel met elke dag een prikje in de buik “maar dat kan tante Machteld doen he mama, want vroeger, toen ze nog verpleegster was, kon zij het beste prikken, dat heeft ze mij zelf verteld!”
Het kost papa en mama meer moeite om de nodige moed bij elkaar te sprokkelen voor nog zo’n zware chemo. Maar we focussen zoveel mogelijk op de praktische regelingen: wie blijft wanneer bij Lucas, wie slaapt waar, wie brengt Ruth naar school … Dat helpt.
Maar voordat we weer helemaal naar chemomodus overschakelen, gaan we nog eens extra van het weekend genieten.
Ik neem onze allergrootste, allerzwaarste spade uit de garage en schep hopen, bergen, bergmassieven MOED voor jullie !!!