Vandaag begon mama opnieuw te werken, na meer dan zes maanden thuis. Om niet meteen te verzuipen in de combinatie werk en gezin, is mama momenteel slechts halftijds aan de slag en in een heel low profile functie: zo weinig mogelijk druk, zo weinig mogelijk deadlines, zo nuttig mogelijk bezig zijn. Gelukkig heeft mama een buitengewoon gezinsvriendelijke werkgever en bovendien fantastisch begrijpende leidinggevenden en collega’s. Op die manier voelde de terugkeer als een warme welkom en zeker geen plicht.
Dat het -zelfs met het halftijdse regime- nog zoeken zal worden naar een evenwicht, is al meteen van de eerste dag duidelijk. De vermoeidheid begint voelbaar te worden bij Lucas, wat zich overdag op school uit in serieuze energiedips. Op zo’n momenten kost het onwaarschijnlijk veel moeite om niet meteen naar school te spurten en zelf in ogenschouw te gaan nemen hoe hij eraan toe is. Het feit dat de school vlak bij mama’s werk ligt, maakt het in dat opzicht zeker niet gemakkelijker om toch maar aan dat bureau te blijven zitten. Het is een kwestie van jezelf overtuigen dat de school alles onder controle heeft en wel zal bellen als het echt niet lukt.
Lucas’ vermoeidheid brengt ook andere kwaaltjes met zich mee, die momenteel nog niet zo goed te duiden zijn: nu eens pijn in de mond (toch aften op komst door de chemo?), dan weer hoofdpijn diep vanbinnen (zou de tumor aan het groeien zijn en druk veroorzaken of is hij gewoon verkouden aan het worden?) en nu en dan ook wat vage buikpijnklachten (toch misselijkheid door de chemo?). Op het eerste zicht niks ernstigs, maar toch voldoende om onze innerlijke onrust te voeden.
Werken betekent op dit moment echter vooral afleiding, contacten met collega’s, leuke uitdagingen buiten het gezinsleven en het gevoel weer eens iets nuttigs te doen dat verder gaat dan de vier muren van ons huis. Het is proberen weer een stukje normaliteit en structuur in te bouwen en het voorkomt dat je gaat zitten “wachten” op moeilijkere tijden.