
“Mama, ga maar op de zetel liggen. Ik moet je nog even verzorgen.” Dat zegt Lucas elke dag wel een paar keer. Sedert dat hij kanker heeft en heel veel met dokters te maken krijgt, is zijn interesse onstuitbaar. Hij verzorgt ons, precies zoals hij in het ziekenhuis verzorgd wordt en zijn dokterstas wordt elke keer extra gevuld: spuitjes, pleisters, gaasjes, sondes, canules … Je kunt het zo gek niet bedenken, of Lucas heeft het in zijn dokterstas.
” Ik ben eigenlijk al bijna dokter he mama, want ik weet al heel veel van wat dokters doen.” zegt hij heel serieus. “Ja, dan moet je later dokter worden he Lucas, je weet er toch al heel veel van.” zeg ik. ” Ja, dan moet ik twee jaar minder naar school dan de andere kinderen, want ik weet al heel veel” zegt hij, vol overtuiging. “En kapper ben ik ook, want ik weet al heel goed hoe je hoofden moet kaalscheren.”
“Kom mama, ik moet jou nog in slaap doen, want ik moet je canuleke nog veranderen en een beetje bloed nemen. ” Mama gaat braaf op de zetel liggen en laat zich in slaap doen met een écht mondmasker. Vervolgens wordt mama hardhandig wakkergeschud, want ze moet de tandenstoker, heu pardon, het infuusnaaldje even vasthouden voor de dokter, terwijl hij de ontsmettende zalf aanbrengt en vervolgens een ingewikkeld ontwerp met verbanden en pleisters uitwerkt op mijn arm.
Het is heerlijk om Lucas zo bezig te zien. Je ziet hem keer op keer afrekenen met elke prik, elke plakker, elke canulewissel die hij zelf heeft moeten ondergaan. En zo verwerken wij samen met hem. Want ook voor ons blijft elk medisch handelen een inbreuk: dit is niet het eerste wat je in gedachten hebt voor je kleuter. Maar zo samen spelenderwijs benoemen en een plaats geven, het is helend voor ons allemaal.